29 januari 2008

In gesprek met Juul

'Mam, als tante Carline gaat trouwen, is ze geen familie meer hè?' Verbaasd kijk ik Juul aan en vraag haar hoe ze daarbij komt. Er volgt een uitleg. 'Als tante Carline gaat trouwen, krijgt ze de naam van oom Dirk en dat is niet onze naam en dan is ze geen familie meer.' Haar stem klinkt melodramatisch. Ik leg haar uit dat tante Carline mijn zusje is en dat we dus voor altijd familie zijn, ondanks een eventuele andere achternaam. Ze kijkt me wantrouwend aan. Juul is de laatste dagen erg druk bezig met de familiebanden. Ze kan me precies vertellen wie wat van mij is en hetzelfde geldt voor de familie van Anton. Dat ze zich zo druk maakt over tante Carline verbaast ons. Er is nog geen sprake van een huwelijk en toch is ze er zo mee bezig. Na wat navraag, begrijp ik dat oom Dirk haar heeft verteld dat tante Carline ook ooit zijn achternaam zal dragen. Voor mij is dat een mooie gedachte, maar voor Juul is het heel anders. Juul is bang dat haar tante van de aardbodem verdwijnt zodra ze de achternaam van Dirk heeft aangenomen. Gelukkig kan ik haar geruststellen en gaan we weer over op de orde van de dag.


Gistermorgen stond ze al vroeg naast mijn bed.

'Mama, ik ben wakker. Denk je dat God ook wakker is?'
'Goedemorgen lieverd, denk jij dat God slaapt?' Even is het stil.
'Nee, want ze hebben geen bedden in de hemel! Wat hebben ze daar eigenlijk wel Mam?'
'Ik ben nog nooit in de hemel geweest, dus ik heb geen idee. Maar het moet er heel mooi zijn!'
'Je gaat pas naar de hemel als je dood bent toch? Hoe kom je daar dan?'
'Als je dood gaat, kom je daar pas achter. Dan komt er een engeltje om jou op te halen.'
'Heb jij weleens zo'n engeltje gezien toen je dood ging?'
'Mama is nooit dood gegaan.'
'Maar wanneer halen ze jou nou op?'
'Geen idee Juul. Ik hoop dat dat nog heel lang gaat duren.'
'Wil je dan eerst een broodje voor me smeren? Ik heb honger!'

20 januari 2008

Feestje!

Terwijl ik de trap afloop, hoor ik het geroezemoes bij ons in de woonkamer. Ik kan mijn glimlach niet onderdrukken. Even geniet ik van het moment. Daar binnen zitten onze vrienden. En dat zijn niet zomaar een paar vrienden. Er wordt al snel gezegd dat je iemands vriend bent, maar niets is minder waar. Je hebt namelijk 'vrienden' en echte vrienden. En ik geniet dus van de aanwezigheid van onze echte vrienden. Het zijn de mensen waar ik mezelf kan zijn met al mijn onhebbelijkheden. Zij maken dat ik me gewenst voel, gewaardeerd en ontzettend geliefd. Dat is wat onze vrienden met mij doen. De glimlach verlaat mijn gezicht niet als ik de woonkamer betreedt. Nee, mijn glimlach maakt plaats voor een stralende lach. Een grapje, een grolletje, een goed gesprek, een roddel, een sterk verhaal, gebeurtenissen en belevenissen, een hapje en een drankje zorgen voor een geweldige avond. Diep in mijn hart zou ik iedere maand wel zo'n feestje willen geven, of eigenlijk iedere week. Juist die mensen om je heen hebben waar je je altijd op je gemak voelt, mensen die het ook nog eens leuk met elkaar kunnen vinden.
Ik herinner me nog goed dat ik 18 werd. Ik had het helemaal in mijn hoofd. Het zou een geweldige avond worden. Al mijn 'vrienden' zouden komen en het moest een avond worden om nooit te vergeten. En dat klopt. Ik ben die avond nooit vergeten, maar niet omdat het geweldig was of leuk of gezellig. Nee, we zaten met z'n allen in een hele grote kring en er werd weinig of niet gepraat. Ik miste mijn ouders die ik die avond weggestuurd had omdat ze misschien het ijs wel hadden gebroken. Zelden heb ik me zo ongelukkig gevoeld als die avond. Zelden heb ik het zo druk gehad. Omdat niemand met elkaar praatte, moest ik met iedereen een praatje gaan maken. En dus lag ik 's avonds uitgeput, zwaar teleurgesteld en vooral ontzettend verdrietig in mijn bed en ik maakte de afspraak met mezelf om nooit meer mijn verjaardag te vieren.
Het heeft wat jaren geduurd, maar ik ben het voorzichtigaan weer gaan proberen. Ik werd ouder en 'vrienden' werden kennissen of het werden echte vrienden en op een gegeven moment beleefde ik weer plezier in mijn verjaardag.
Nu vier ik alles wat er te vieren valt. Onze vriendenclub is werkelijk veruit de leukste club die er bestaat. En laat ik mijn familie niet vergeten! Iedereen is me ontzettend dierbaar, maar wat me vooral opvalt is dat iedereen die tegenwoordig op onze feestjes komt me ontzettend gelukkig maakt alleen al door hun aanwezigheid. En daar gaat het toch om! Ik kan niet wachten op het volgende feestje...