05 oktober 2007

Middagje ziekenhuis

Deze week moest ik naar het ziekenhuis voor het uitlezen van mijn ICD. Ik had oppas voor Juul geregeld aangezien zij gewoon naar school ging en ik besloot om Sep mee te nemen. De hele ochtend vroeg hij me wanneer we nou zouden gaan en rond half 1 was het dan zover. In de auto richting Utrecht. Onderweg had hij de grootste praat, maar toen we de parkeergarage van het ziekenhuis indraaide, werd het al wat stiller naast me. Hij vroeg me fluisterend of we al in het ziekenhuis waren en ik vertelde hem dat we hier eerst de auto zouden parkeren om vervolgens naar het ziekenhuis te lopen. Terwijl we de parkeergarage uitliepen en het ziekenhuis voor ons opdoemde, constateerde Sep dat het ziekenhuis een flat was, want je kunt boven en beneden wonen. Ik probeerde hem uit te leggen dat je niet woont in een ziekenhuis, maar het had geen zin. Je slaapt daar, je eet daar en je doucht daar, voor Sep was het dus wonen. En ik moet dan ook eerlijk bekennen dat het UMCU ook voelt als een soort tweede huis. Ik loop de ingang altijd met een glimlach tegemoet omdat ik weet dat ik aan dit 'tweede' huis een hoop te danken heb. Maargoed, terug naar Sep. In het centrale gedeelte van het ziekenhuis was het een komen en gaan van mensen. Sep hield stevig mijn hand vast en kwam ogen tekort. Aangezien we een beetje te vroeg waren, kocht ik een ijsje voor hem en zijn we gaan zitten op een bank. Voor ons langs liepen patiƫnten, bezoekers, artsen en verpleegkundigen. Op een gegeven moment werd er een bed door de hal gereden met een patiƫnte die waarschijnlijk onderweg was naar een onderzoek of terug naar de afdeling. Sep volgde het bed en toen het bed om de hoek verdwenen was, vroeg hij: 'Slapen alle mensen hier?' Ik probeerde zo makkelijk mogelijk uit te leggen dat er in een ziekenhuis zieke mensen liggen die zich niet lekker voelen en dat de dokters ze beter proberen te maken. En zei ik, als je ziek bent, slaap je ook veel. Het was een tijdje stil naast me.
'Ben jij ook ziek Mama?' hoorde ik hem vragen tussen twee likken door. 'Mama's hart is een beetje ziek' zei ik en hij leek tevreden. 'Moet je hart dan ook slapen?' was de volgende vraag. Wat is het toch lastig om aan een kind van 3 uit te leggen wat je mankeert en hoe je daarmee omgaat. Ik heb dus maar gezegd dat het nu heel goed gaat en dat mijn hart niet hoeft te slapen. Ondertussen kwam er weer een bed voorbij. Met open mond en een smeltend ijsje sloeg hij de boel gade. Het was mij duidelijk dat hij er weinig van snapte. 'Heb jij hier ook gewoond?' was de volgende vraag en ik antwoordde 'ja'. Hij wilde weten waar. Nadat mijn ICD uitgelezen was, ben ik daarom naar de afdeling gegaan. Ik heb Sep de kamer gewezen waar ik acht weken heb gelegen en hem verteld dat hij daar als baby ook heeft geslapen. Ik heb nog even staan praten met wat bekenden en daarna gingen we weer richting huis. Sep raakte eigenlijk niet uitgepraat over het feit dat, volgens hem, alle mensen in het ziekenhuis sliepen. Hij had namelijk een kamer met een bed van Thomas de trein thuis. Ik ben opgehouden met het proberen uit te leggen en eigenlijk was ik dankbaar dat dit kleine mannetje van niets weet. Dat zijn beeld van een ziekenhuis nogal vertekend is, zal ik maar zeggen. En zeker nadat we net voor de uitgang een vrouw in klederdracht tegenkwamen en hij zei: 'He Mam, je kunt je hier ook verkleden!'

Geen opmerkingen: