16 september 2006

Veiligheid

Binnen zes weken zijn ze drie keer aan de deur geweest. De eerste keer was het een beveiligingsbedrijf en de laatste twee keer waren het hele aardige dames die graag een enquĂȘte wilden invullen. Het ging alledrie de keren om hetzelfde. Veiligheid. Het beveiligingsbedrijf wimpelde ik meteen af. Het was hun bedoeling om van mijn huis een veste te maken en dat zag ik absoluut niet zitten. En de buurtsurveillance die ze aanboden tegen een hoge vergoeding, heb ik ook afgeslagen. Ik zag het nut er niet van in.
De tweede keer was het een aardige dame op leeftijd met een schrijfblok in de hand. Als eerste liet ze mij haar identiteitskaartje zien en stak van wal. Ze werkte in opdracht voor een bureau en had een paar vragen, of ik even tijd had? Het ging over de veiligheid in en rondom het huis. Alweer? dacht ik nog. Of ik me veilig voelde in huis? Ja. Of ik me veilig voelde buiten huis? Ja. Is er weleens ingebroken bij uw buren of bij u? Nee. Ik moest gelijk denken aan de keer dat we onze sleutelbos de hele nacht in het slot hadden laten hangen (aan de buitenkant welteverstaan) en de keren dat ik de auto was vergeten af te sluiten. Of ik wist wat ik bij brand moest doen? Ja. En of ik geinteresseerd was in beveiliging in mijn huis? Nee, nog steeds niet.
Het derde bezoek was van een jong meisje die ook werkte voor een bureau. Ze had praktisch hetzelfde vragenlijstje als haar voorgangster. En mijn antwoorden waren ook precies hetzelfde als de vorige keer. Het meisje bedankte mij voor mijn medewerking en terwijl ik mijn voordeur sloot, begon het denken. Moet ik mij onveilig voelen in eigen huis en op straat? Zijn er zoveel inbraken geweest in onze buurt waar ik niets van weet? En hoe je het ook went of keert, je gaat het toch anders aanpakken. Alle ramen dicht als ik weg ga. Deuren op slot. Fiets niet meer in de voortuin met het rolgordijn naar beneden. Het bevalt mij niets. Ik ga altijd nog uit van het goede van de mens, maar ik geloof dat ik de enige ben. Een ding weet ik wel: ik wil niet als een schichtig vogeltje over straat, om me heen kijkend of iemand mij wil beroven of verkrachten. Ik wil niet denken dat als ik binnen 10 minuten naar de supermarkt loop en terug mijn huis is leeggehaald. En ik wil ook niet bang zijn wat ik aantref als ik mijn sleutel in het sleutelgat stop. Maar de tijd van "het-zal-ons-toch-niet-gebeuren" is helaas wel voorbij.

Geen opmerkingen: