27 mei 2007

Zonlicht

Het was jaren geleden dat ik daar was geweest, maar het voelde als een warme deken. Opgewonden vertelde ik Anton en de kinderen dat ik daar als kind zo vaak had gereden of gelopen. Er kwamen zoveel herinneringen boven. Alle keren dat we naar de Chinees zijn geweest in de haven, dat we ijs gingen halen bij Winzo, de eendjes gingen voeren en de boodschapjes die ik voor haar deed bij de buurtsuper toen ik er nog logeerde. Later zou ze me met fl.100 naar de Bas van der Heijden sturen voor brood en me vragen of dat genoeg geld was voor één brood. Ze zou meerdere malen vallen in haar woning en noodgedwongen moeten verhuizen naar Vaartland. Wij noemden het Uitvaartland. Na een kamertje op de vijfde etage, kwam ze een paar etages lager terecht en daar is ze overleden. Op het moment van overlijden stond ik in onze toenmalige flat naar buiten te kijken. We hadden een prachtig uitzicht over het Gooimeer. Het was zwaar bewolkt, maar ondanks dat brak er een prachtige baan zonlicht door. Een verdrietig gevoel bekroop mij en ik wist dat het over was. Dat ze afscheid van het leven had genomen. Nog geen kwartier later belde mijn moeder. Ze hoefde niets te zeggen. Ik wist het al. De tranen waren al gaan lopen na het openbreken van dat dikke wolkenpak. Het was haar laatste groet. En iedere keer als er een prachtige baan zonlicht door een wolkendek heen breekt, weet ik dat ze nog bij me is. Dat ze me niet vergeet. En ze breekt altijd op het juiste moment door. Vandaag zat ik met Anton en de kinderen in de haven van Vlaardingen, de stad waar ze woonde. De Smultent was open en wij waren op zoek naar een lunch. Terwijl ik daar zat en mijn gedachten de vrije loop liet, dreven de herinneringen boven. Ik bedacht me dat ik het zo ontzettend jammer vond dat mijn kinderen haar nooit ontmoet hadden en op hetzelfde moment brak er een baan zonlicht door de wolken. En ik voelde haar aanwezigheid. Het was alsof ze even bij ons was. Alsof ze ons omhelsde. En in stilte heb ik haar verteld dat ik van haar houd en dat ik haar nog altijd vreselijk mis.

20 mei 2007

Hartjesdag

Vrijdagavond zat ik voor de tweede keer met mijn engelenkoor aan tafel. Het was een minder beladen avond dat mijn 'eerste' verjaardag. Het leven lijkt alweer zo normaal. Zoveel dingen zijn alweer vanzelfsprekend. Ik neem sommige dingen alweer voor lief. Maar ik heb ook pijn...
Pijn wanneer Sep naar mijn litteken wijst en zegt dat ik moet gaan douchen. Vorig jaar was hij zich nog nergens van bewust. Nu ben ik 'vies' in zijn ogen. Pijn als Juul zegt dat het Sep zijn schuld is dat ik ziek ben. Haar angst dat ik doodga en het verdriet wat dat met zich meebrengt. Pijn als Anton mij verteld hoe het was om te wachten tot de dood me zou halen. Dat hij deze periode alleen moest doorstaan. Niet alleen, maar wel zonder mij. Pijn dat er zo weinig mensen zijn die weten hoe het is om een pomp te hebben en dus wat ik heb gevoeld en dat ik me daardoor zo alleen voel met mijn emoties die daarbij komen kijken. Pijn als mensen over die periode praten alsof ik met een flinke griep op bed lag en zichzelf op de borst kloppen voor hun enorme betrokkenheid. Pijn als mensen afkeurend of vol afgrijzen naar mijn litteken kijken en hun kinderen bij me weghouden of liever gezegd bij Juul. Pijn als ik baby's in mijn armen heb vlak na hun geboorte, wetende dat ik Sep nooit op die leeftijd heb gekend. Hij was bijna drie weken toen ik me bewust werd van zijn aanwezigheid en ruim zes weken voordat ik hem zelf kon vasthouden. Het verdriet slijt langzaam, maar die verdomde pijn blijft.
Het praten over die periode gaat me makkelijker af. Ik krijg geen brok meer in mijn keel en voel de tranen niet meer branden. Het verhaal is ingekort en minder heftig in mijn ogen, toch zie ik mensen schrikken wanneer ik mijn verhaal doe.
18 mei heb ik uitgeroepen tot Hartjesdag. Samen met Juul kwam ik op deze bijzondere naam. Alles zit erin. Liefde, leven, verdriet en geluk. Alles in één woord. Hartjesdag! Daarom vierde ik afgelopen vrijdag dat mijn conditie verbeterde en mijn hartfunctie stabiel bleef. Ik heb twee jaar extra gekregen. Ik voel me goed. Ik zit lekker in mijn (ietwat te zware) lijf en ik ben tevreden. Gelukkig ook! En dat is wat ik twee jaar geleden besloot in mijn bed op afdeling B4Oost. Ik wilde leven en ik wilde gelukkig zijn. En dat gaat me prima af!

17 mei 2007

Lurkers, maakt u bekend!

Hee, jij daar, lurker van me...Dit is een oproep aan alle zwijgzame lezers. Dus eigenlijk is dit een oproep aan alle onbekenden, aan mijn ouders, mijn ooms en tantes, oud-studenten, verre kennissen, nichten en neven, toekomstige werkgevers en ex-collega's. Aan alle toevallige passanten en stille aanbidders, aan de verlegenen en de digibeten, aan iedereen die reageren maar stom vindt, aan iedereen die niet durft, iedereen die niks te zeggen heeft en iedereen die mij leest. Maakt u bekend!!! Vertel mij voor één keer dat u meeleest. Klik op het woordje 'reacties' onderaan dit stukje en zeg het:'Ik lees mee'. Liefst met (schuil-)naam. Eventueel voorzien van hobby's en andere geheimen. Vandaag (14 mei) gaat namelijk de officiële Ontlurkingsweek van start. Op initiatief van Zezunja en Yuri Maanzand staat deze week in het teken van het uit de schulp lokken van stille meelezers, de zogenaamde lurkers. Voor meer uitleg over lurken, zie het stukje in Wikipedia over lurkers.


Weet u niet of u een lurker bent? Welnu, dat is gemakkelijk na te gaan. Leest u mijn weblog of andere weblogs zonder u ooit te mengen in de reacties? Vindt u reageren stom? Weet u niet eens hoe dat moet, reageren? Grote kans dat u een lurker bent. In dat geval: doe mee! Licht een tipje van de sluier op! Aaaaaaah? Mijn dank is groot. Aan andere webloggers: neem dit initiatief over. Doe mee aan de ontlurkingsweek. Jat de door Yuri vervaardigde banner, zet 'm op uw website en roep uw lezers op tot zelfontmaskering. Give them hell!


(tekst geschreven door Zezunja) 14-05-2007

16 mei 2007

Boos

'Mam, je bent de hele dag al boos' zei Juul vandaag om een uur of 12. We zijn nog maar op de helft dacht ik nog bij mezelf, maar gevoelsmatig voelde het inderdaad als een dag. Ik was ook boos op ze toen ze me erop aansprak. Ik kon me ook voorstellen dat het voelde alsof ik de hele dag al boos was. Maar wat moet je als Juul Sep met zijn hoofd tegen de muur slaat? Sep Juul in haar arm bijt? Juul Sep de laatste drie treden van de trap afduwt, Sep de vingers van Juul tussen de deur gooit, Juul aan de haren van Sep trekt, Sep met een tractor op het hoofd van Juul staat te rammen? Is het dan heel gek dat Mama boos wordt? En dan had ik de venijnige tikjes, het kneepje in zijn bovenarm en de schop tegen haar knie al genegeerd.
Ik heb mezelf de hele ochtend horen zeggen: 'Ophouden! Doe elkaar geen pijn! Zijn jullie nou helemaal gek geworden? Als dit nou nog één keer gebeurd kunnen jullie allebei op jullie eigen kamer gaan zitten.' En rond 12 uur was het dan zover. Ik houd me aan mijn woord. Het gebeurde nog één keer en dus konden ze allebei naar hun kamer vertrekken. Sep ging luid snikkend naar boven, Juul probeert altijd nog even een discussie op gang te brengen. Ik duldde geen inspraak of tegenspraak en wees ook haar resoluut naar boven. En toen zei ze het. Ik heb mijn tong eraf moeten bijten, want het liefst was ik gaan opsommen waarom ze me tot waanzin drijven met hun ruzies. Onmacht was wat ik voelde. Ik kon ze niet aan. Ze luisterden voor geen meter. Na een kop thee op de bank ben ik ze allebei gaan halen en heb ze rustig duidelijk gemaakt dat hun gedrag niet acceptabel is. Ze leken onder de indruk. We hebben met z'n drietjes gegeten en ik heb ze net allebei op bed gelegd. Hopelijk heb ik een uurtje rust en kan ik bijtanken voor ... de tweede ronde, de tweede ronde, de tweeeeeeeede ronde.

13 mei 2007

Doneren

Het was niet de eerste keer deze week dat ik er iets over gelezen had en ook niet de laatste keer dat ik me erover op zal winden. Uit onderzoek is gebleken dat één op de vier Nederlanders niets voelt voor orgaandonatie. Dertien procent wilde zich drie jaar geleden niet laten registeren als donor, ondertussen is dat zesentwintig procent geworden. Dat betekent dat een kwart van de Nederlanders geen nier, hart, long of lever wil afstaan. Ik vraag mij af of diezelfde kwart Nederlanders ook geen nier, hart, long of lever wil ontvangen, mocht het nodig zijn.
Ruim twee jaar geleden stond ik op de wachtlijst voor een donorhart. En geloof me, zo'n hart wil je graag, heeeeel erg graag. Het is namelijk jouw kans op leven. Ik kon, godzijdank, van de wachtlijst afgehaald worden omdat mijn hart het weer zelfstandig is gaan doen, maar er zijn genoeg mensen die van de wachtlijst worden afgehaald omdat ze ondertussen overleden zijn. Hun kans op een nieuw leven is over, voorbij. En dat komt mede doordat er mensen zijn die hun gezonde organen niet willen doneren na hun dood.
Ik zie het heel simpel. Als je dood bent, heb je niets meer aan je eigen organen. Ze worden met jou begraven of gecremeerd. Ik heb het altijd een prettig idee gevonden om andere mensen te helpen na mijn dood en dus liep ik vanaf mijn zestiende met een donorcodicil op zak en heb me later laten registreren alszijnde donor. Toen ik eenmaal zelf op de wachtlijst kwam te staan, verbaasde ik me over het feit dat er maar weinig mensen geregistreerd donor zijn en dat er te weinig nabestaanden de organen van hun overleden familie willen doneren. Er zijn dus maar weinig mensen die wat kwijt willen, maar voor ontvangst staan ze waarschijnlijk met open armen. Niemand wil dood als het niet hoeft.
Daarom voor iedereen die nog geen donor is, wordt donor! Je redt er andere levens mee als jouw leven voorbij is.

06 mei 2007

Hinderen

'Kinderen zijn hinderen' zei mijn Opa vroeger lachend. En nog steeds is deze spreuk veel gehoord binnen mijn familie. Toen ik zelf kind was, vond ik het maar een belachelijke uitspraak. Ik kon me ook niet voorstellen dat mijn Opa zoiets zou zeggen, aangezien ik mijn Opa zag als een man die dol was op zijn kinderen en kleinkinderen. Tegenwoordig begin ik steeds beter te begrijpen wat hij bedoelde. Laten we eerlijk zijn, kinderen zijn gewoon soms hinderlijk!
Neem nou vandaag. We wilden even boodschappen doen en dus togen we met z'n viertjes richting supermarkt. Helaas begon daar het gedonder over wie er in het karretje mocht zitten en wie er op het rekje van de kratten mocht staan. Twee brullende kinderen door de supermarkt, dat vind ik hinderlijk. Daarbij komt dan nog dat beide kinderen enorm aan het hoesten zijn en dat we daardoor niet bij onze lieve vrienden op kraamvisite kunnen gaan. Iets waar ik me erg op verheugd had, dat vind ik dus hinderlijk. Dan heb ik het nog niet over rondslingerend speelgoed waar je over uitglijdt, grote monden, de 'nee' fase en de strontluiers. Hinderlijk, hinderlijk, hinderlijk.
Gelukkig wegen de hinderlijke momenten absoluut niet op tegen al het mooie dat ze ons brengen. Het ontbijtje op bed deze morgen, die twee armpjes om ons heen voor een knuffel, een optreden van onze prinses, de tekening van onze draak, het 'Papa, ik vind jou lieffff' en 'Ik hou heel veel van jou, Mama' en zo kan ik nog wel even doorgaan. Nee, dat vind ik dus alles behalve hinderlijk! Misschien dat ik de spreuk iets ga aanpassen in 'Kinderen zijn soms hinderen!'